Het einde als begin

23 februari 2022

Even genieten van de positieve recensies na de uitzending van ons tweeluik De Indische Rekening. ‘Een les die op school ontbrak.’; ‘Anekdotes, maar ook zoveel meer.’; ‘Het tweeluik maakt pijnlijk duidelijk waar na de dekolonisatie de rekening belandde.’. Roerend zijn de mails die wij als redactie krijgen, mails die duidelijk maken dat de verhalen van de geïnterviewden een snaar raken bij kijkers. Het mooist vind ik dat de geïnterviewden zelf bedolven zijn onder lof. Er is heel veel waardering dat zij open durfden te zijn over het verleden. Juist dat maakte de uitzendingen waardevol.

Genoeg reden tot tevredenheid, maar ik kan een onwezenlijk gevoel niet van me afschudden. De kijker beseft het niet (hoop ik), maar dit tweeluik is in feite een bewerking van de laatste aflevering van de grote serie. Ofwel: we beginnen met het einde van het verhaal, noodgedwongen. We kunnen door corona niet naar Indonesië en wilden toch wat doen op het moment dat het Rijksmuseum de tentoonstelling Revolusi! opende en het grote wetenschappelijke onderzoek werd gepresenteerd. ‘Plan B’, zoals het tweeluik op mijn computer heet, is geslaagd. Toch kwam er ook kritiek. Hoe zit het nou met de opa van Hans Goedkoop? Hij komt telkens ter sprake, maar waarom is er geen verdieping?

Kolonel van Langen bij een sportwedstrijd, maart 1947

Geschiedenis op televisie betekent altijd wikken en wegen. Hoeveel feiten heb je nodig, wat kan je weglaten? Met indringende beelden vertelt Hans dat zijn opa de brandende kampongs moet hebben gezien. Moet de kijker dan weten dat die opa Van Langen heet, commandant is van de T-brigade, gelegerd op Midden Java? Voegt die kennis iets toe aan wat je wilt oproepen, namelijk dat het daar in Indonesië geen ‘politionele actie’ was, maar een guerrillaoorlog? Nee, op die plek niet, denk ik. Maar het is een gemis dat je weinig hoort over de ervaringen van kolonel Van Langen. Hier wringt dus dat we beginnen met het einde van een vertelling die van start hoort te gaan in 1898, het jaar dat opa wordt geboren in Magelang, op datzelfde Midden Java waar hij veel later dorpen laat bombarderen.

Een voordeel is er ook. Vanaf het begin is er het plan om Hans een thuis in Indonesië te geven, een plek waar hij zich kan bezinnen op alles wat hij ter plekke in het land aantreft. Dat idee hebben we kunnen uitproberen, in zijn thuis in de Nederlandse polder. Nog een voordeel: we kunnen straks putten uit de uitgebreide onderzoeken die nu worden gepubliceerd. Ik vind het heerlijk om zelf onderzoek in het archief te doen, maar de werkelijkheid van de kolonie is te veelomvattend, je kan nooit alles zelf uitzoeken. Die bombardementen bijvoorbeeld, die komen voor in de deelstudie van Azarja Harmanny, Grof geschut, die in mei verschijnt.

Blijft het wachten op reizen naar Indonesië. Vaak is me al gevraagd: waarom gaan jullie niet, je kan er toch best naar toe? Ja, dat kan, maar we willen wel filmen. Bijvoorbeeld het naspelen van historische gebeurtenissen. Dat is in Indonesië heel populair en zeker gebeurtenissen uit de oorlog van ’45-’49 worden zo op veel plekken herdacht. De vaak massale ‘re-enactments’ zijn nu al twee jaar afgelast, met dank aan lockdowns. Ook musea zijn veelal dicht. Kortom: er is nog steeds een stuk minder te filmen dan we willen. Ik hou me voorlopig maar opnieuw zoet met het lezen van boeken. En voor wie het tweeluik heeft gemist: deel 1 is hier terug te kijken, deel 2 hier.

  1. Ik heb het tweeluik geboeid gevolgd en ik voel me deelgenoot van de positieve gevoelens van Hans.
    Opm.: helaas zal "Grof Geschut" pas in november verschijnen, en niet al in mei zoals Hans verwacht.

    24 februari 2022 10:28 M.A.P. de Lange