Het is een vrije dag, ik ga met Atik lunchen in een visrestaurant dat hoog staat aangeschreven. We rijden er naar toe en ik krijg de kans om een fenomeen vast te leggen dat gisterenavond al opviel: talloze ‘bloemenborden’ langs de kant van de weg met de namen Rahul en Syakinah. Ik zag deze borden elders ook al en begrijp dat het gebruikelijk is om zo een aanstaand bruidspaar geluk te wensen. Meestal zie je er dan twee, of drie, soms vijf. Maar dit…. het moeten er zeker honderd zijn, het houdt niet op. Wie zijn dit?
Mohammed Rahul blijkt een lokaal parlementslid te zijn. Duidelijk iemand met veel connecties in deze stad van de palmolie. Het huwelijk is vandaag en de belangrijkste verkeersader is vanmorgen afgezet voor de bruidsstoet, zo ontdekt Atik in de lokale pers – tot ergernis van bewoners natuurlijk. Zijzelf heeft ook weinig goede woorden over voor deze overdaad aan felicitaties, het geld kan beter besteedt worden. Zo'n bord kost al gauw 1 miljoen rupiah, zo'n 60 euro. Morgen gaan al deze borden naar de vuilnis.
In het visrestaurant word ik geconfronteerd met een ander gebruik van hier: het toetje komt als eerste op tafel. Althans – voor mij is een schaal met gemengd fruit een toetje. Atik zegt dat het heel gezond is om de maaltijd met fruit te beginnen. Zoet, zout, bitter – smaken komen hier in voor mij ongewone combinaties en volgordes voorbij. Soms is het verrassend lekker, maar watermeloen met satésaus, ik weet het niet.