Het begint tijdens een korte vakantie in Zwitserland. Ik ga in Zürich naar het Rietberg museum. Vaste prik, het is het enige museum in Zwitserland voor niet-Westerse kunst en ze hebben een prachtige collectie. Die nu onder vuur ligt. Het gaat onder meer over Hans Himmelberger (1908-2003), een man die zijn hele leven als antropoloog, handelaar en verzamelaar betrokken was bij kunst uit Afrika. Hij zag al vroeg de waarde, getuige dit koffertje met voorwerpen dat hij in 1933 cadeau gaf aan de Franse gouverneur van Ivoorkust. Dit is kunst, zo oordeelde Himmelberger, l’art pour l’art. De begeleidende ondertitel is in deze tentoonstelling afgeplakt.
Een week later sta ik in Hilversum, op een symposium bij Beeld en Geluid. ‘Nu alles online komt te staan, zichtbaar voor miljoenen, is de keuze van woorden nog belangrijker geworden.’ Aldus Sofie Taes van de Koninklijke Universiteit Leuven. Ze is een van de sprekers in een discussie die als titel heeft: Echo’s uit het koloniale verleden. Haar universiteit ontwikkelt een programma dat automatisch een catalogus doorloopt op ‘gevoeligheden’. Een museum of instelling kan dan besluiten een beschrijving al of niet aan te passen. Denk aan dat koffertje of foto-onderschriften uit de jaren ’30, toen het zogenaamde n-woord nog vrijelijk werd gebruikt.
Hoe ‘dekoloniseer’ je het audiovisuele archief? Dat is een kernvraag op dit symposium van het AVA-net (zie hier) waar Hans Goedkoop en ik ook een bijdrage aan leverden. Wij vertelden wat het archief in onze nieuwe serie betekent en hoe we daar mee omgaan. Voor mij interessant waren sprekers als Sofie Taes en Marjolijn van Beelen. Van Beelen beheert de collectie van het Wereldmuseum. Ik maak, ook voor dit blog, veel gebruik van hun foto’s (zie hier) en die van het KITLV (zie hier). Je zoekt daarbij altijd op woorden en het is goed te weten welke veranderingen er zijn in de keuzes die beheerders van die collecties maken. Daarover verscheen eerder een handleiding, zie hier.
Totaal verdwenen zijn woorden die inmiddels een negatieve klank hebben niet. Neem het woord ‘koelie’. Dat wordt in de handleiding terecht omschreven als een denigrerende term. Je kan er nog wel op zoeken. Bij het Wereldmuseum krijg je dan formeel 625 treffers. Bij het overgrote deel van de foto’s wordt in de beschrijving het woord koelie niet meer gebruikt. De mannen (en soms vrouwen) zijn arbeiders geworden. Wie het woord ‘eskimo’ invult, komt bij foto’s en voorwerpen van de Inuit terecht – de koppeling wordt automatisch gemaakt. Nog verder achter de schermen worden ook oorspronkelijke bijschriften bewaard, hoe negatief ook. Noodzakelijk om ontwikkelingen in woordgebruik te kunnen volgen.
Originele bijschriften bij foto’s blijven veelzeggend. Neem deze foto uit toen nog Nederlands-Nieuw-Guinea. ‘Ds. Kijne vertelt zijn jongens van de wonderdingen uit de verre wereld’ staat er op de achterzijde. Op elk van de woorden valt niks aan te merken. Maar veel paternalistischer en kolonialer dan dit kan een zin niet zijn.
Het heeft wat weg van sommige bioscoopjournaals over de koloniale oorlog met Indonesië. Daar helpen ‘onze jongens’ steevast de lokale bevolking. Het wordt letterlijk gezegd en getoond: een hospik, dienstplichtig soldaat, die na afloop van een patrouille toch even naar een dorp terugkeert om mensen van medicijnen te voorzien. Er is niks aan gelogen. Maar een dag later kan datzelfde dorp onder vuur worden genomen door een Nederlandse artilleriepost. Daarvan zijn de gevolgen nooit in het bioscoopjournaal te zien. Het is de ‘oorverdovende stilte’ van het archief – stilte die veel verder reikende gevolgen heeft dan het gebruik van omstreden woorden.
C’est le ton qui fait la musique !
Het is toch afschuwelijk wat hier gebeurt. De geschiedenis wordt compleet gecensureerd en herschreven. Waarom moet er gedekoloniseerd worden? Zinloze woke-excercitie. Laat het originele intact, dat geeft een veel beter inzicht in het verleden dan deze geschiedvervalsing.
Als negatieve i.c. politiek beladen woorden niet meer gebruikt (mogen) worden, dan vormt de waan van de dag het criterium voor het woordgebruik.
"Worüber mann nicht sprechen kann, darüber muss mann schweigen" (Wittgenstein) krijgt een censurerende betekenis.
Aangezien kennis over en gebruik van zulke discutabele woorden verloren gaat, verdwijnt ook zo'n begrip als sleutelwoord.
Hoe kunnen beladen gebeurtenissen uit het verleden in bronnen opgezocht worden ? Als in Google of welke andere zoekmachine het sleutelwoord "arbeiders" i.p.v. "koelies" wordt ingevuld, dan krijgen we een stortvloed van resultaten, maar geen antwoorden.
Of als ChatGPT getraind wordt op het vermijden van gevoelige onderwerpen, dan wordt Geschiedschrijving een politiek schimmenspel dat in de discussie over het begrip "Gouden Eeuw" of “Bersiap” duidelijk naar voren komt. Dan wordt het kind wel met het badwater weggegooid.
Wanneer bepaalde woorden niet meer gebruikt kunnen worden om politieke redenen, vind ik toch dat je een ander idee bij zo'n foto krijgt. Voor mij is een koelie een onderbetaalde bediende in die tijd.Of hij werd helemaal niet betaald en werkte voor onderdak en eten. Een arbeider had een andere betekenis volgens mij. Men kan het wordt koelie bij een een foto een uitleg geven.Om alle woorden die politiek niet verantwoord zijn weg te laten, maak je een taal armer, naar mijn idee.
Ga zo doorrrrrr. Voorzitter en enig bestuurslid van de stichting HIG (Herschrijf Indische Geschiedenis) in oprichting is je zeer dankbaar....