Vandaag doen we bruggen in Semarang. Doelwit, demarcatielijn, leeszaal. We gaan op pad met militair historicus Supriyo Priyanto, te beginnen op de plek waar de Tijgerbrigade zijn allereerste actie uitvoert. Het is in de wijk Pedurungan Kidul (toen kampong Pandoerangang Kidul) bij een bruggetje over het kanaal. Doel volgens het gevechtsrapport: ‘de vijand zoveel mogelijk verliezen toe te brengen.’
Het is 1 april 1946, er wordt flink gevochten die dag. Er vallen op het bruggetje 2 Nederlandse doden, slachtoffer van een scherpschutter. Daar staan 93 Indonesische doden tegenover, met ‘zeer waarschijnlijk nog een aantal, door artillerievuur op gesignaleerde groepen.’ Deze verhouding kom ik in alle Nederlandse militaire rapporten van de navolgende maanden tegen. Priyanto legt uit dat de Indonesiërs in deze fase over weinig wapens beschikken, vaak moeten drie of vier mannen één geweer delen. Er zijn bovendien fanatieke religieuze jongeren die echt geloven dat kogels hen niet deren. Die lopen regelrecht hun dood tegemoet.
De volgende brug, over de Semarangrivier, was destijds deel van de demarcatielijn. Nederlanders op de oostelijke oever, de stadkant; Indonesiërs op de westoever. Priyanto vertelt over de onderhandelingen die hier zijn gevoerd door kolonel Van Langen, de grootvader van Hans, en zijn Indonesische tegenspeler kolonel Soenarto. Die maakte voor de oorlog deel uit van het KNIL. Van een Nederlandse veteraan hoorden we eerder dat Van Langen eigenlijk niet wilde praten met Soenarto. De man mocht dan nu wel kolonel in het Indonesische leger zijn, in het KNIL stond hij veel lager in rang.
De laatste brug ligt midden in de stad. Veel groen, bloemen en zitjes. Hans leest uit de bundel Wisseling van de wacht. Die bevat een tiental verhalen van Indonesiërs over de Japanse bezetting en de periode daar vlak na. Nh. Dini schrijft over haar leven in Semarang. Over stapels lijken in de rivier, over moordpartijen en ontvoeringen – ze kan het als jong meisje nauwelijks bevatten, want ‘het leven ging gewoon en rustig verder’. Een klassiek beeld van een land in oorlog.