Het is een wetenschappelijke studie, maar de presentatie afgelopen vrijdag is een theatrale aangelegenheid met veel grappen en muziek. Het gaat om het boek Tales of Southeast Asia’s Jazz Age van Peter Keppy. Een van de hoofdpersonen is Miss Riboet, dochter van een Javaanse KNIL-militair, opgegroeid in de kazerne, analfabeet, maar met een enorm talent voor alles wat theater betreft. Vanaf 1925 maakt zij furore in Soerabaja en vervolgens in heel Indonesië.
‘Het unicum, de vrouw-clown-actrice-cabaretière-commère die beschaafd weet te blijven’ zo schrijft het Soerabaijasch Handelsblad op 3 januari 1931. Het woord ‘commère’ moet ik opzoeken. Het blijkt ‘babbelaarster’ te betekenen. Het verwijst naar de verhaaltjes die Miss Riboet op het toneel vertelt, verhaaltjes waarin kritiek op de maatschappij en de heersende moraal verwerkt zijn. Peter Keppy schrijft dat ze in haar optredens sardonisch commentaar levert op de stank van de rivier de Brantas, veroorzaakt door een aantal industrieën. Waarbij de gemeente dan ook nog eens doodleuk belasting heft op het gebruik van dit vieze water. Ze maakt melding van stakingen, maar waarschuwt net zo goed voor gokken en buitenechtelijke affaires van beide sexen. Alles heeft haar aandacht.
Opvallend is ook haar manier van liefdadigheid bedrijven. Het is voor Maleisische theatergezelschappen een traditie om elk jaar een aantal benefietvoorstellingen te geven. Dat doet Miss Riboet ook. Maar zij heeft nog een extra troefkaart: Miss Riboet XI, ofwel een eigen voetbalteam dat wedstrijden speelt tegen lokale elftallen, of zelfs het ‘bondselftal’ van Nederlands-Indië. Opbrengsten van die wedstrijden gaan naar lokale ziekenhuizen, weeshuizen, tehuizen voor gepensioneerde militairen en soortgelijke instellingen.
Ondanks haar maatschappijkritische voordrachten, houdt Miss Riboet vol dat ze nooit iets over politiek zegt. Ze richt zich in de loop van de jaren dertig ook meer en meer op louter muziek en theater. En ze wordt steeds meer geaccepteerd door de bovenlaag van de koloniale samenleving. Symbolisch is een optreden in de Schouwburg van Batavia, op 1 augustus 1935 (in 1928 wordt ze daar nog geweigerd) en een optreden in datzelfde jaar voor de net opgerichte NIROM, de Nederlandsch-Indische Radio Omroep Maatschappij. Die is alleen in de archipel te ontvangen, maar het gaat hier om een speciale uitzending voor Koninginnedag (31 augustus, de verjaardag van koningin Wilhelmina) en zo is Miss Riboet voor één keer ook in Nederland te beluisteren.
Oordeel zelf over deze uitzending, met de waarschuwing van het Bataviaasch Nieuwsblad: luisteraars in het moederland zouden dit weleens vreselijk kunnen vinden! Zelf twijfel ik ook of dit een plekje gaat krijgen in onze serie. Het werkt heden ten dage op de lachspieren, al was het maar vanwege de sterk verouderde opnametechniek. Dat doet toch onrecht aan het wervelende imago dat Miss Riboet ooit had.
Auteur Peter Keppy (rechts) begeleidt op de mandoline Elsbeth Vernout (links) met haar lied over Miss Riboet. Gitarist Matau van Wijk heeft voor de gelegenheid een hele bijzondere gitaar meegenomen.
Beste Peter,
Dank. Ik heb het onderscrift nu aangepast.
Hartelijke groet,
Gerda
Beste Gerda,
De wereld is klein en Amsterdam nog kleiner, ik kwam vroeger wel bij jullie over de vloer in de Gerard Terborgstraat. Tijdens mijn lagereschooltijd was ik bevriend met je broer Theo.
Hartelijke groet,
Matau.
Beste Matau,
Hele kleine wereld. Jammer dat ik dit niets wist tijdens je optreden!
Gerda
Beste Gerda,
Dank voor je leuke en informatieve stukje. Ik kreeg het via een collega.
De anonieme bluesgitarist op de achtergrond is Matau van Wijk.
Hartelijke groet,
Peter