‘De tijd zal veel feiten verkleurd hebben.’ Het is januari 1969 en de woorden zijn van Hans van Mierlo, leider van de nog jonge partij D’66. Verkleurde feiten of niet, Van Mierlo pleit voor een diepgaand onderzoek, mogelijk gevolgd door een parlementaire enquête. Hij zegt dit in een discussieprogramma van de actualiteitenrubriek Achter het Nieuws. Dat heeft enkele weken eerder een storm van reacties ontketend met een uitzending waarin voormalig dienstplichtige Joop Hueting op televisie onomwonden vertelt over oorlogsmisdaden die onder zijn ogen zijn gepleegd in Indonesië in de periode 1945-1950.
Ik bekijk de oude uitzendingen van Achter het Nieuws vanwege het tweeluik dat wij in februari gaan uitzenden. Bij het terugzien van de discussie denk ik: ‘Wat als in 1969 de Tweede Kamer had ingestemd met een parlementaire enquête?’ De meeste betrokkenen leefden toen nog en zo’n enquête wordt onder ede afgenomen. Zou het kabinet zijn gevallen? Ministers in staat van beschuldiging gesteld? Hoge militairen voor de krijgsraad gedaagd? Antwoorden zijn er niet. Feit is dat een meerderheid in het parlement de noodzaak toen niet inzag. Bewindslieden die zeker voor de enquêtecommissie hadden moeten verschijnen, stelden dat er echt niks nieuws te vertellen was. Zoals oud-premier Drees in dagblad Trouw.
Het fascinerende van de Achter het Nieuws discussie van ruim 50 jaar geleden is dat de argumenten zo weinig veranderd zijn. Oud-premier Schermerhorn zegt in het programma: ‘Nederlanders zijn een borstklopperig volkje’. Ofwel: ze willen de zwarte bladzijden in de eigen geschiedenis niet zien. Oud-ambtenaar Koets heeft het over twee vormen van recht: dat van Nederland - geworteld in het verleden, en dat van Indonesië - gebaseerd op de toekomst. Het is mooi geformuleerd, maar Koets stelt niet de vervolgvraag: zijn oorlogsmisdaden gepleegd door Nederlandse soldaten te rechtvaardigen met een beroep op het verleden? Kolonel Thomson, voormalig brigadecommandant, ontkent in de uitzending dat regels en wetten stelselmatig werden overtreden, hij staat pal voor ‘zijn jongens’.
Hoezeer de meningen ook verschillen, over de noodzaak van een grondig onderzoek is iedereen eens. Oud-ambtenaar Koets stelt dat het bovendien goed zou zijn als de regering een eerder onderzoek openbaar maakt dat destijds in een diepe la verdween. Weinig mensen weten van het bestaan af. Verbijsterend genoeg zit dat onderzoek, 53 jaar later, officieel nog steeds achter slot en grendel, al komt daar binnenkort een einde aan. Het gaat om het zogenaamde rapport Van Rij-Stam. Wie daar meer over wil weten kan terecht bij dit artikel uit De Groene Amsterdammer. De ‘wat als…’ vraag blijft verleidelijk als het gaat om naoorlogse koloniale verhoudingen. Want alweer: ‘Wat als het rapport Van Rij-Stam in 1953 niet door de regering Drees in een diepe la was gestopt?
Achter het Nieuws organiseert de discussie om een antwoord te vinden op de vraag waarom oorlogsmisdaden ontkent worden, waarom de emoties zo hoog oplopen. Die vraag kan nog steeds gesteld worden, het koloniaal verleden leidt sinds 1969 tot heftige debatten. Dat is wat ons tweeluik kan laten zien. Het wordt uitgezonden aan de vooravond van de presentatie van het grote onderzoek van het NIOD en andere instituten over de gebeurtenissen in Indonesië tussen 1945 en 1950 (zie hier). Ik kijk daar naar uit. Komt er een verhaal met nieuwe inzichten en nieuwe handvaten voor een verdere verwerking?
Tot slot: voor Andere Tijden heb ik twee keer een uitzending gemaakt over dit thema. Een aflevering over de excessennota, zie hier; en eentje over de verwerking tot 2015, zie hier.
Ja, doffe ellende. En wat de rol van Fasseur (Sinds mij eerste ontmoeting met hem begin 1990 of daaromtrent Flesseur) betreft nog het volgende.
In 1995, toen de affaire Rawagede voor het eerst in het nieuws kwam, stelde F dat hij slechts secretaris was van de commissie en niet in staat was het eindproduct te veranderen. Later bleek dat hij onder pseudoniem nogmaals had gewezen op het feit dat de excessen nota onvolledig was en dat nader onderzoek noodzakelijk was....
Eind 2008 na een Indonesië reis, waaronder een uitgebreid bezoek aan Rawagede en de weduwes, kreeg ik op het vliegveld van Kuala Lumpur een exemplaar van VN in handen waarin hij deze argumenten herhaalde. En enkele weken later drong hi in het zelfde blad aan op nieuw onderzoek. Had hij in 69 zijn rug maar recht gehouden. Een oud studente van hem in Leiden heeft me ooit verteld dat zij een verschil van mening hadden over een bepaalde gebeurtenis. Hij: mevrouw, u hebt gelijk maar als u dit op uw examen antwoord bent u gezakt. Kakkineuzer kan het niet dunkt me.
Het is voor de zoveelste keer dat ik over deze zo pijnlijke materie lees, en het blijft zeer pijnlijk.
Dat ooit 'helderheid' komt in deze geschiedenis is, zo lang betrokkenen in leven zijn en aktief in de maatschappij, niet te verwachten.
Er is veel geweld gepleegd, dat blijft buiten kijf.