‘Gevangenen in kartonnen dozen’, zo ziet Harm Stevens, conservator van het Rijksmuseum, de gekleurde strikjes, de affiches en de fotoalbums die hij op een lange tafel in het Nationaal Archief in Den Haag heeft uitgestald. Hij gaat ze bevrijden. Voor eventjes tenminste, als ze onderdeel worden van de tentoonstelling die hij voorbereidt voor najaar 2021. Nu zijn ze kort te zien op een open dag in het kader van het grote wetenschappelijke onderzoek naar de gebeurtenissen in Indonesië tussen 1945-1950.
Alles op tafel komt uit het archief van de NEFIS, de Netherlands Forces Intelligence Service, de militaire inlichtingendienst die vanaf 1942 in Australië operationeel was onder leiding van de latere generaal Spoor. Vanaf najaar 1945 was de dienst actief in Indonesië. Het archief bevat heel veel in beslag genomen spullen – van Indonesiërs. Het is in feite oorlogsbuit. De waarde in geld is vaak gering, maar de emotionele waarde kan oneindig groot zijn.
Neem het fotoalbum van Rosihan Anwar, in beslag genomen in 1946. Anwar werkt als redacteur voor kranten van de jonge Republik Indonesia en groeit later uit tot een van de meest gerespecteerde journalisten van Indonesië. Hij overleed acht jaar geleden. Zijn fotoalbum bevat vele familiekiekjes. Eind 2009 kwam hij het in Nederland bekijken, ik heb dat toen gefilmd. En hem gevraagd of hij het niet mee naar huis wilde nemen. ‘Natuurlijk’, antwoordde hij, ‘ik wil graag aan mijn kinderen en kleinkinderen laten zien hoe mijn jeugd was’. Maar meenemen, dat kon niet. Het album hoort bij het NEFIS archief en is ‘eigendom van de Staat der Nederlanden’. Dat kan niet zomaar worden meegegeven, aldus de Rijksarchivaris van toen.
Als conservator is Harm reuze blij met het NEFIS archief. Maar hij vindt het tegelijk ongemakkelijk. Het is en blijft oorlogsbuit. Ook een ander aspect zit hem dwars. Dat is de ‘museale zorgvuldigheid’ van de inlichtingendienst. Alles wat ze in beslag nemen, wordt nauwkeurig geregistreerd. De gekleurde strikjes bijvoorbeeld. Die worden niet zomaar in een enveloppe gedaan. Nee, er worden tekeningetjes van gemaakt, er wordt bijgeschreven welk strikje bij welke politieke beweging hoort, wat de kleuren symboliseren. Precies wat een museum ook doet. De conservator kan zo bij de inlichtingendienst gaan werken…
Harm werkt samen met de Indonesische kunstenaar Aminudin Siregar. Hij kijkt met een ander oog, probeert te achterhalen wie de ontwerpers waren van de affiches, welke stijlen er werden gevolgd, hoe er werd gewerkt aan een eigen, nationalistisch verhaal. Aminudin laat ook een affiche zien dat door de NEFIS zelf is gemaakt. De stenciltechniek is gelikter dan de Indonesische pamfletten die op tafel liggen, maar Nederland gebruikte dezelfde middelen om de bevolking voor zich te winnen.
Op het grote affiche staat: ‘Wij blijven helpen’, met daaronder de tekst: ‘Wij zullen de veiligheid van de Indonesische bevolking blijven handhaven zolang de bevolking onze hulp nodig heeft’. Op de kleinere pamfletten staat Soekarno afgebeeld met de tekst: ‘Wij kennen maar één land – de eenheidsstaat Republik Indonesia met president Bung Karno’.