In de Nederlandse vertaling heet de roman Moussa of de dood van een Arabier. In het Frans is het Meursault, Contre-Enquête. Tegenonderzoek dus. Het woord staat niet in de grote Van Dale, maar ik vind het begrip wel fraai. Afgelopen week was ik bij een toneelstuk gebaseerd op deze roman van de Algerijnse schrijver Kamel Daoud. Belangrijk thema: wie mag de geschiedenis vertellen? En dan gaat het over de koloniale verhouding tussen Frankrijk en Algerije. Die veel gelijkenis vertoond met die tussen Nederland en Indonesië.
Het kan loodzwaar worden, zo’n vraag over de geschiedenis en wie waar recht op heeft. Maar gelukkig wordt er in het toneelstuk ook vrolijk de draak gestoken met dit thema. Eerst even een korte uitleg. De roman Meursault, Contre-Enquête is een antwoord op de wereldberoemde roman van Albert Camus, L’Étranger, uit 1942. Nog steeds verplichte kost in het voortgezet onderwijs voor wie Frans als vak heeft. Het verhaal speelt zich af in Algerije, dan nog een Franse kolonie. Hoofdpersoon en verteller is Meursault, een man die totaal onverschillig lijkt ten aanzien van alles wat om hem heen gebeurt. Op het strand schiet hij ‘een Arabier’ neer, hij komt in de gevangenis en wordt zelf ter dood veroordeeld. De roman van Daoud verschijnt in 2013. De verteller in dit verhaal is Haroen, de broer van de doodgeschoten Arabier. Haroen vindt het onverteerbaar dat zijn broer Moussa naamloos blijft in zo’n beroemde roman als L’Étranger.
Op het toneel: de hoofdpersonen uit beide romans: Meursault en Haroen. Zij lezen passages uit de romans voor. Spannend wordt het als Meursault ‘schuld’ bekent. Ja, hij is koloniaal geweest en het geeft geen pas om ‘een Arabier’ geen naam, geen ziel te geven. Maar hij, Meursault, had toch ook zo zijn problemen. Als toeschouwer realiseer je je gaandeweg dat Meursault met dit betoog de scène totaal begint te domineren. Hij zegt wel dat hij schuldig is, maar zijn gedrag is nog net zo overheersend als in de koloniale tijd. Haroen wordt woedend, loopt weg.
Eigenlijk is het tamelijk bizar. Er staan geen bestaande personen op het toneel, maar twee romanfiguren. Dat verandert als de acteurs ‘zichzelf’ worden. Meursault wordt gespeeld door Thierry Raynaud. Zijn eigen familie, vertelt hij het publiek, hoort tot de zogenaamde ‘pieds-noir’, de Fransen die generaties lang in Algerije opgroeiden, maar na de onafhankelijkheid van 1962 gedwongen naar Frankrijk verhuisden. Haroen is acteur Mounir Margoum, geboren in de Franse Auvergne, met wortels in Marokko. Ze slaan aan het kibbelen: wie heeft er nou het meeste recht om verhalen over de geschiedenis van Algerije te vertellen? En trouwens, de regisseur, Nicolas Stemann, dat is toch een Duitser. Waar bemoeit die zich eigenlijk mee? ‘Laat ie Faust gaan regisseren!’, roept Mounir. ‘Dat heeft hij al vier keer gedaan.’, mompelt Thierry.
Op het toneel komen de acteurs er niet uit. Het is een gesprek zonder einde. Verhoudingen veranderen bovendien door de tijd. Dat komt ter sprake in een gesprek met schrijver Kamel Daoud, een paar dagen later in De Balie in Amsterdam. Hier terug te zien, inclusief enkele fraaie scènes uit de toneelvoorstelling (die zijn ondertiteld, het gesprek met Daoud niet). Meer achtergrond bij het stuk is hier te vinden. Ik denk dat wij het in onze serie soms ook lastig zullen krijgen. Kan je als Nederlander de geschiedenis van Indonesië vertellen? Het is van 1900 tot 1950 een gedeelde geschiedenis. Maar aan de machtsverhoudingen in die periode valt niets meer te veranderen. Nederlanders zijn de heersers, Indonesiërs de onderdanen - hoeveel nuances er ook te vinden zijn binnen deze zwart-wit indeling. Voor mezelf kom ik tot de slotsom dat wij als Nederlandse makers in ieder geval kunnen luisteren naar Indonesische ervaringen en ze verwerken in onze serie. Het is stap op weg naar een gedeelde geschiedenis waarin de een de ander niet overheerst.
inderdaad, in zeer grote trekken is er - in principe - overeenkomst tussen die twee koloniale situaties: in Frankrijk tov Algerije en in Ned. tov Indon. Ik - evenals vele andere Indonesiers - voel echter geen neiging om de twee situaties - op afstand - te gaan vergelijken. Daarvoor is de 'eigen' situatie te pijnlijk.