‘Waarom toch vinden vele Hollanders het onaangenaam om in hun eigen taal met ons te converseren? O ja, nu weet ik het, het Nederlands is te mooi om door een bruine mond te worden uitgesproken!’ Dat schrijft de dan 21-jarige Raden Adjeng Kartini op 12 januari 1900 vanuit Jepara (Java) aan haar correspondentievriendin Stella Zeehandelaar in Amsterdam. Kartini is zo ongeveer de beroemdste vrouw uit de recente Indonesische geschiedenis. Ze heeft de status van nationale held en haar geboortedag, 21 april, is een officiële feestdag Maar wat ik tot nu toe van Kartini las, was tamelijk braaf en maakte me niet echt nieuwsgierig. Dit vrolijk-cynische citaat doet me van mening veranderen. Wat een leuk mens!
Ik ken het levensverhaal van Kartini onder meer uit de gelijknamige Indonesische speelfilm uit 2017 (kijk hier voor de trailer). Daar is ze een keurige jonge vrouw, hoezeer ze zich ook keert tegen gevestigde normen. The Jakarta Post noemde de film een politiek-correcte versie van haar leven (zie hier). In de brief aan Stella is Kartini veel feller: ‘Met leede ogen ziet menige Europeaan hier aan hoe de Javanen, hun minderen, zich langzamerhand ontwikkelen en er telkens een bruine opduikt, die bewijst dat hij evengoed hersens in zijn kop en een hart in zijn lijf heeft als de blanke.’ De brief staat in het verzameld werk van Kartini, hier online te vinden. Ik kom er terecht dankzij een net gepubliceerde studie van Arnout van der Meer, Performing Power.
Ook Performing Power staat online (zie hier), wat een applausje verdient. Nieuwe wetenschappelijke studies staan vaak achter een betaalmuur en Van der Meer wil uitdrukkelijk dat zijn werk voor iedereen beschikbaar is. Performing Power gaat over de uitoefening van koloniale macht in Nederlands-Indië. Hoe vertaalt die macht zich naar het leven van alledag? Hoe zit het met het gebruik van taal, de manier waarop men zich kleedt, de regels die men dient na te leven? Het zijn zaken die grote veranderingen ondergaan met de komst van de zogenaamde Ethische Politiek rond 1900.
aankomende ambtenaren in 1903
In de 19de eeuw was een Indonesiër verplicht een Nederlandse bestuurder op Java aan te spreken in zogenaamd hoog-Javaans. Die bestuurder op zijn beurt gaf antwoord in laag-Javaans. Het gebruik van de Nederlandse taal was voorbehouden aan de Europese bovenlaag. Er waren strikte kledingvoorschriften. Een Indonesiër diende een kain (sarong) te dragen, geen broek. Hij moest op de grond zitten, een stoel was verboden terrein. Performing Power verwijst keurig naar alle officiële stukken van het gouvernement op dit terrein. Ik kan bijna niet geloven dat de koloniale maatschappij zo strikt gereguleerd was. De praktijk kon losser zijn, maar zodra er rond 1900 goed opgeleide Indonesiërs komen die de euvele moed hebben bestuurders in het Nederlands aan te spreken, er inlandse artsen verschijnen gekleed in broek en jas, er lokaal opgeleide ingenieurs zijn die aan tafel willen zitten, dan zijn de poppen aan het dansen. Dan vallen de meer conservatief ingestelde bestuurders terug op oude regels.
ambtenaren 1930
Tussen 1904 en 1913 laat het Gouvernement verschillende ‘hormat circulaires’ uitgaan. Hormat kan je vertalen als ‘eerbetoon’ en dat wordt grotendeels afgeschaft. Maar een circulaire is geen wet, eerder een ‘aanwijzing’. Veel Nederlandse bestuurders trekken zich er niets van aan. Jonge Javaanse intellectuelen eisen dat ze volgens de nieuwe mores worden behandeld. Ze dienen klachten in bij het gouvernement over hun behandeling. Performing Power geeft er vele voorbeelden van. Vermakelijk en absurd als je met de bril van nu kijkt, maar het was een serieuze strijd om gelijke rechten. ‘Geen tijd te verliezen, ruil je kain in voor een broek!’ aldus de oproep van de jonge officier van justitie Soemarsono in 1913.
straatbeeld Tasikmalaya 1920
In de pers woeden heftige discussies, zowel in Nederlandse als in Maleise kranten. Want ook sommige traditionele Javanen moeten niks hebben van de nieuwe ‘moderniteit’. Kartini vergelijkt het in haar brief aan vriendin Stella met de emancipatiestrijd van vrouwen in Europa: ‘Evenals jullie vrouwen en meisjes daar tegengewerkt worden door hen, die eeuwenlang meester zijn geweest, wordt de Javaan hier door zijn meerdere in zijne bewegingen belemmerd.’ Somber wordt Kartini er niet van: ‘Heerlijk, dat wij juist leven in dezen tijd! De overgang van het oude in het nieuwe!’ De werkelijke omslag zal ze niet meemaken, ze sterft jong, in 1904, bij de geboorte van haar eerste kind.
aankomende ambtenaren 1923
Het sociaal-darwinisme in de 19de eeuw ging uit van de superioriteit van het witte ras , biologisch racisme, zie b.v.b. de Gobineau met zijn boek "Inequalité des races humaines". Dat werd in de koloniale maatschappij, niet alleen in Nederlands-Indie, heel duidelijk uitgelegd.
In de koloniën werd een Rangen- en Standenmaatschappij (vgl kastes) gecreëerd met geschreven en ongeschreven regels.
Het was dan treurig en vermakelijk als Indischgangers, net teruggekeerd uit Nederland de kreeftskeerkring passeerden. De koloniaal ging dan letterlijk en figuurlijk op zijn strepen staan. Inherent daarbij is het racistisch gedrag.
De vraag is of het racistisch gedrag door de omgeving of door het karakter bepaald werd. bestudering van Nationaal-Socialisme Nazi-leer in Nederland (NSB van Mussert) laat zien dat veel leden van de WeerbaarheidsAfdeling WA , de paramilitaire organisatie van de NSB een Indische achtergrond hadden. Ze waren geboren in Nederland of hadden als ambtenaar of burger in Nederlands-Indie gediend.
Er kan dan wel van Ethische Politiek gesproken worden , het was meer een etiket om het koloniale gevoel te bevredigen, maar in de praktijk van alle dag was daar weinig tot niks van te merken, de politieke participatie in Indonesiers, tweederangs-burgers d.w.z. onderdanen in Nederlands-indie was weinig te merken.
Nederlands-indie was en bleef een fascistische staat (woorden van de NSB-leider Mussert bij zijn bezoek aan Nederlands-Indie in 1935).
@gerdajh, helaas gold inderdaad dat de ELS alleen toegankelijk was voor 'de beter gesitueerden'. Het was ook een van RA Kartini's grootste dromen om onderwijs veel toegankelijker te maken met name voor meisjes. Samen met haar zusters gaf ze zelf al les aan kleine klasjes voor Indonesische kinderen in de buurt.
Nederlands leren, een taal leren, staat iedereen natuurlijk vrij. Maar de ELS was alleen toegankelijk voor Indonesiërs afkomstig uit adelijke families. Kartini kwam uit zo'n familie.
Je mocht overigens als Indonesier wel Nederlands leren. Raden Ayu Kartini is daar een voorbeeld van. Tot haar 12e bezocht ze de Europeesche Lagere School (ELS). Ze leerde daar onder andere goed Nederlands spreken, iets wat voor Javaanse vrouwen in die tijd zeer ongebruikelijk was. Nederlands was toen voor geletterde Indonesiërs de enige toegangspoort tot de Westerse cultuur. Van 1903 tot 1907 werd de ELS ook opengesteld voor 'de beter gesitueerde' Indonesische en Chinese jongeren. Omdat men in 1907 vond dat deze verruiming in toelating ten koste ging van het peil en dus van de Nederlandse kinderen, werden er aparte scholen voor Indonesische en Chinese kinderen. (bron wiki)
Voor wie interesse heeft in alle brieven van Raden Ayeng Kartini, Joost Cote heeft ze in het Engels vertaald en ze zijn online gratis te downloaden. https://bridges.monash.edu/articles/monograph/_/14429024
Ik schaam mij plaatsvervangend voor mijn deels koloniale roots. Mijn oma was een volbloed inlandse (njai), maar mijn opa een blanke arts. Ik zie de foto’s van hem in zijn witte koloniale kostuum nog zo voor mij. Mijn moeder vertelt altijd dat hij in volle ernst vond dat het royaal was als je je bediende 1x per jaar een nieuw ‘baadje’ gaf. Zijn djongos sliep op een matje voor zijn slaapkamerdeur. De verhalen die ik heb gehoord, zijn echt onwerkelijk en onbeschrijflijk. Dat “wij” toch op die manier met onze medemensen omgingen…
ja, moeilijk te bevatten..
niet te verhapstukken. Mijn vader kwam begin 20ste eeuw werken in Indie, als controleur BB in Noord-Celebes, eigenlijk: de Sangir-eilanden. Later werd hij naar Java overgeplaatst.
Ik hoop en vertrouw dat hij zich nooit heeft bezondigd aan die - ook toen overdreven omgangsregels tussen blank en Indonesisch. Hij was vanaf het begin fervent voorstander vd Ethische Politiek.