Niet gepland, wel fraai om te filmen: het fenomeen ‘toerist in klederdracht’. We zijn in de kraton Ambarrukmo in Yogyakarta, het paleis van een van de lokale sultans. Het is als zodanig allang niet meer in gebruik, de laatste sultan die hier resideerde werd in 1921 door het Indische gouvernement aan de kant geschoven. Het complex is nu onderdeel van een luxe hotel, er worden middagjes georganiseerd voor groepen gasten voor wie traditionele Javaanse kleding klaar ligt.
Uitgedost in batik sarongs krijgen de gasten thee geserveerd door meisjes en jongens die dat doen op een manier waar ik met licht afgrijzen naar kijk. ‘Loophurken’, zoals Couperus het ooit omschreef, tekenend voor de onderdanigheid waarmee hooggeplaatsten in vervlogen tijden benaderd moesten worden. Er opent zich een culturele kloof. De Indonesiërs in mijn gezelschap zien slechts een oude gewoonte, zij delen mijn huiver voor dit loophurken niet.
Wij zijn zelf in de kraton voor een gesprek met historicus Sri Margana over de verhouding tussen de Indonesische adel en de koloniale overheid. Die adel speelde een grote rol in de in 1918 door Nederland ingestelde Volksraad. Het instituut zou een volksvertegenwoordiging moeten zijn, maar bezat in de praktijk minimale macht. Het was hoogstens een podium waar de leden vrijuit konden spreken.
Margana vertelt hierbij het veelzeggende verhaal van dokter Tjipto, de man die op politieke gronden in 1913 was verbannen naar Nederland en na terugkeer lid werd van de Volksraad. Daar kon hij zeggen wat hij wilde, alleen bereikte hij er nauwelijks een publiek mee. In 1927 schreef hij daarom een artikel voor een veelgelezen krant, met dezelfde opinies die hij in de Volksraad verkondigde. Waarna het gouvernement hem prompt opnieuw in ballingschap stuurde, naar het eiland Banda.
ben benieuwd wie er geportretteerd zijn...wellicht ook Hermen Kartowisastro?