Hoe beschrijf je de revolutionaire strijd van de Indonesiërs tegen de Nederlanders in het jaar 1946? Y.B. Mangunwijaya houdt het simpel: ‘Zo nam ook Tiwi deel aan de strijd door de hulp die ze haar tweelingbroer bood waardoor de gaarkeuken constant kon blijven koken, bakken en stomen zonder enig kapitaal, of een begroting, zonder wat dan ook behalve het voedsel dat door de lokale bewoners hun kniekapitaal werd genoemd. Al die kerels die daar aankwamen waren immers helden of toekomstige helden die heel waarschijnlijk op het veld van eer zouden sneuvelen en als zuivere edelstenen zouden breken of als cambodja- of melatibloemen vallen om onmiddellijk door duizenden nieuwe helden te worden vervangen. Dat was ook de reden dat die helden zo vaak mopperden dat de rijst zo goor wit was, niet zo smeuïg, te hard, te zacht of muf of dat de porties tempé en tofu te klein waren of de groente te zuur of zo.’
Ik vind het virtuoos, want achter dit citaat gaat een hele wereld schuil. Van een leger dat nog helemaal niet georganiseerd is; van een bevolking die tegen wil en dank betrokken wordt bij de strijd; van een generatie waarvan een flink deel zal sneuvelen; maar ook van o zo voorstelbare alledaagse emoties. Over het vechten zelf schrijft Mangunwijaya nauwelijks in zijn net in het Nederlands vertaalde roman Het mysterie van Mrs. Indonesia. Bovengenoemde Tiwi is de hoofdpersoon, al heeft ze in het boek vele namen, en drie paspoorten. In het Indonesisch (en in een eerdere Engelse vertaling) is de titel Durga Umaji. Dat verwijst naar een vrouw met twee gezichten uit een van de wajangverhalen - over een beeldschone godin die ook een vrouwelijk gedrocht is dat de dodenakkers beheert.
Tiwi is de dochter van een soldaat uit het koloniale leger, het KNIL. Een Indonesiër die vervolgens heiho wordt (een hulpsoldaat in het Japanse leger) en daarna dient in het revolutionaire leger. Een man die tegengestelde krachten dient, een van de belangrijke thema’s uit het boek. Moeder verkoopt cassavekoekjes bij de Chinese tempel. Deze informatie komt tientallen keren terug in het verhaal. Herhaling, in een net wat andere vorm, is een van de bijna magische krachten van deze roman. Zet het in een statistiek en je denkt dat dit een uitermate saai boek moet zijn. Maar de eindeloze herhaling zorgt er juist voor dat je het verhaal wordt ingezogen.
Het decor van de roman is de recente Indonesische geschiedenis. Tiwi is overal bij en zo krijgen we prachtige beschrijvingen van Soekarno, Hatta, Sjahrir en nog heel wat andere leidinggevende Indonesiërs. De toon varieert van mild tot bijtend satirisch. Mangunwijaya publiceerde zijn boek in 1991. Soeharto was nog aan de macht, de censuur was streng. De beroemde auteur Pramoedya Ananata Toer had een publicatieverbod. Durga Umaji is mede daarom een roman die start met een verwijzing naar het wajangverhaal. Daarin mag de verteller van oudsher de spot drijven met de mensen en hun onvolkomenheden. Mangunwijaya is zo’n rasverteller. Hij neemt de lezer mee op een fascinerende reis langs de recente Indonesische geschiedenis. Zoals hij al eerder deed, zie hier.
ben zeer benieuwd naar dat boek!!
ga het zeker lezen!