David van Reybrouck's Revolusi

30 november 2020

Er viel de afgelopen dagen niet aan te ontkomen: de verschijning van het boek Revolusi van David van Reybrouck. Een Belg met grote faam vanwege zijn eerdere boek over de Belgische kolonie Congo. Voor dat werk sprak hij vele ooggetuigen, sommigen over de honderd jaar oud. Revolusi volgt hetzelfde patroon. Van Reybrouck sprak een kleine 200 mensen om ‘het verhaal van de Indonesische onafhankelijkheid' te vertellen. Het zijn 640 bladzijden en ik ga ze lezen. Maar nu valt er ook al wat te zeggen, met alle interviews van de afgelopen dagen, in kranten, op de radio, op televisie. En zelfs een online presentatie in de Amsterdamse Stadsschouwburg.

‘Een boekpresentatie de luxe’ noemt gastheer Matthijs van Nieuwkerk de voorstelling zondagavond. Hij neemt het boek in grote lijnen door met de schrijver, ondersteund door enkele ooggetuigen en fragmenten voorgedragen door acteurs van het ITA, het International Theatre Amsterdam. Gijs Scholten van Aschat doet bijvoorbeeld een monoloog van resident Van Oudijck, hoofdpersoon in De Stille Kracht van Louis Couperus (zie een eerder blog). De roman is uit 1900 en de monoloog is het opstapje om te praten over rassen en klassen in de koloniale maatschappij voor de Tweede Wereldoorlog.

Daarna komt Boven Digoel aan bod, ingeleid door het voorlezen van fragmenten uit de brieven die Soetan Sjahrir in ballingschap schreef aan zijn vrouw in Nederland (zie een eerder blog). Mooi dat thema’s die bij ons in de serie een grote rol spelen ook de leidraad zijn voor Van Reybrouck. Ik denk niet wij 200 ooggetuigen zullen opvoeren – dat is voor televisie wat veel, zelfs bij 9 afleveringen. Maar ook bij ons komen 100-jarigen aan het woord. Hun verhalen blijven fascinerend, ‘de geschiedenis vertelt door hen die er bij waren’, aldus het motto van het wekelijkse geschiedenisprogramma op de BBC radio.

Toen Van Reybrouck aan dit project begon, vertelde hij iets te gaan doen wat nog nooit eerder was gedaan. Hij zou ‘gewone’ mensen een stem geven, vooral Indonesiërs, maar bijvoorbeeld ook Japanners en Engelsen. Hij zou het Nederlandse navelstaren doorbreken. Hmmm, dacht ik. Wie een beetje zicht heeft op de tientallen jaren van koloniale geschiedschrijving, weet dat daar regelmatig een veelstemmig koor aan het woord is geweest. Dat heeft Van Reybrouck inmiddels ook ontdekt, hij roemt zondagavond de kwaliteit van Nederlandse historici. Maar er blijft een probleem: hun inzichten bereiken het grote publiek niet.

Van Reybrouck wijst op een recent Brits onderzoek. Mensen werd gevraagd of ze trots waren op hun vroegere koloniale rijk. Ik zag het ook voorbijkomen en was, net als Van Reybrouck, verbijsterd. Maar liefst 50% van de Nederlandse ondervraagden was trots. In Engeland was dat 32%, in Frankrijk 26%. Dat kan toch niet waar wezen, dacht ik, hoe kan je trots zijn op een systeem dat per definitie ongelijkwaardigheid tussen mensen in zich heeft? Leeft hier nog steeds de echo van toenmalig premier Balkenende, die in de Tweede Kamer uitriep dat we toch wat meer ‘VOC-mentaliteit’ moesten tonen? Of is het vooral een gebrek aan kennis?

Vanwege mijn eigen kennis over film kan ik het niet nalaten één kanttekening te maken bij alle publiciteit. Van Reybrouck complimenteert Nieuwsuur met de fenomenale archiefbeelden die ze opspoorden voor hun reportage over zijn boek. Ik moest even slikken toen ik het voorbij zag komen. Korrelig zwart-wit, rennende militairen tussen de palmbomen, vlammenwerpers. De titel: instructiefilm Nederlandse leger 1947. Het suggereert dat je Nederlandse soldaten ziet. Maar dit zijn opnames van gevechten tussen Amerikanen en Japanners op de Filipijnen. Het Nederlandse leger verwerkte de beelden in een film die werd vertoond aan boord van de eerste troepentransportschepen. Latere lichtingen soldaten kregen andere voorlichtingsfilms te zien, met meer nadruk op het brengen van de befaamde ‘recht en veiligheid’. Je kan je afvragen wat beter was: de beelden vol geweld, of de beelden van een vriendelijke bevolking die zwaait naar Nederlandse soldaten. Dat laatste was hoe dan ook het begin van een rookgordijn dat tot op de dag van vandaag is blijven hangen. Ik hoop dus dat Revolusi veel lezers krijgt. En dat wij straks met de serie ook een steentje bijdragen aan meer inzicht in ons koloniale rijk.

  1. Ook ik ben heel benieuwd naar het boek. Zodra ik in de gelegenheid ben schaf ik het aan. De blog en het interview op radio en tv klinken veel belovend. In welke schoenen je jezelf kunt verplaatsen en mogelijk ook in een andere rol de geschiedenis te zien kan mogelijk tot verwerken helpen van het nog onbekende leed diverse nog onbekende groepen, mensen. In elk geval is dan de mogelijk om een dialoog met elkaar aan te gaan. Vergeten is niet hetzelfde als vergeven.

    30 november 2020 17:18 Riekje Hoffman
  2. Vorige week is ook verschenen " de wraak van diponegoro" van Martin Bossebroek: de auteur van de Boerenoorlog.
    Zeker ook een aanrader, met een focus op de twee leiders Soekarno en Van Mook.

    30 november 2020 16:04 Hector Timmers
  3. Bij even goed kijken naar het staafdiagram blijken vooral de kleuren grijs en rood erg interessant: grijs geeft het percentage eerlijke mensen die zeggen het niet te weten, en rood toont het percentage van degenen die zelfs over schaamte durven te spreken. Samen scoort Nederland dan slechts 13% en de andere landen zitten tussen 25 en 51%.
    Het diagram illustreert m.i. duidelijk de 'doofpot' en gebrekkige voorlichting die in Nederland na WO-II de objectieve kennis van de geschiedenis hebben bepaald, mede door het onderwijs waarin de trots over V.O.C-tijd, Gouden Eeuw en maritieme wapenfeiten doorgaans veel meer aandacht kregen dan Indië en dekolonisatie.

    Er ligt dus zeker nog een belangrijke taak voor de serie en voor het lopende brede onderzoek.

    30 november 2020 14:22 M.A.P. de Lange
  4. ben bijzonder benieuwd naar het boek - de visie van een Belg - van Van Reybrouck!
    zou die waarlijk veel verschillen met de Nederlandse??

    30 november 2020 14:02 Anna Djajasoebrata