De pest op Java

23 april 2020

Ik heb nu wel heel veel gezien/gehoord/gelezen over de Spaanse Griep, over de pest in de Middeleeuwen en zelfs over de Hong Kong of Mao griep. Daar heb ik ooit zelf een Andere Tijden aflevering over gemaakt. Maar over de plagen in de kolonie ben ik weinig tegen gekomen. Die waren er natuurlijk wel. Neem de film De pest op Java, uit 1926. Er komen onheilspellende getallen in voor. In vijf jaar tijd zijn er 120.000 doden geteld, in sommige districten overlijdt 10% van de bevolking. De film is gemaakt in opdracht van de Dienst der Volksgezondheid. De geluidsfilm bestond nog niet, de film heeft titelkaarten. Tweetalig, Nederlands en Indonesisch, het is een voorlichtingsfilm die ook in de kolonie zelf vertoond werd. Deel 1 (van de 3) is hier te zien.

Maker van De pest op Java is Willy Mullens, in de jaren twintig de beroemdste regisseur van Nederland. Ooit begonnen met het vertonen van films op de kermis, is Mullens in 1926 een ervaren vakman die weet hoe je de aandacht van de kijker moet vangen. Zo laat hij ons griezelen bij het opensnijden van een rattenlijkje en verbazen bij de aanblik van rattenvlooien onder de microscoop. Alle technieken worden ingezet, ook animatie, om duidelijk te maken waar de pest vandaan komt en hoe die mensen kan besmetten. We leren dat een bacterie in de rattenvlo de mens besmet. Antibiotica is nog niet uitgevonden, de pest moet op een andere manier bestreden worden.

Over de remedie tegen de pest laat de film geen twijfel. De traditionele Indonesische huizen zijn ideale verblijfplaatsen voor ratten. In holle bamboestokken maken zij hun nesten en die stokken zijn alom tegenwoordig. Van dakplinten tot meubels. Er wordt in de film een slaapbank gesloopt waaruit een heel stel dode rattenlijkjes tevoorschijn komt. Daarna wordt ongeveer het hele huis gesloopt, de bewoners zitten er sip bij te kijken. Er moet op een andere manier gebouwd worden. In de film biedt het gouvernement daarbij hulp. Ik vraag me af hoe de werkelijkheid eruit zag.

Alle huizen slopen – dat is nog eens wat anders dan onze lockdown. Er zal vast het nodige lokale verzet zijn geweest, want een huis, dat is ook traditie, symbool voor de eigen cultuur. Die botst met de moderniteit van de koloniale overheerser. In de film van Mullens is ruim aandacht voor de traditionele medicijnvrouw, de doekoen. Je ziet haar aan het werk bij een zieke. Tevergeefs natuurlijk – dit blijft een voorlichtingsfilm van het gouvernement. Maar het is wel tekenend dat de scène een plek krijgt in de film, het geeft aan hoe belangrijk de doekoen is. Naast (of tegenover) haar staat vanaf het begin van de 20ste eeuw de modern opgeleide Indonesische arts. Zoals dokter Tjipto, die in 1914 een verhandeling schrijft: De pest op Java en hare bestrijding. Een vriend van de koloniale gezag is hij overigens niet, zie een eerder blog.

De tegenstelling tussen traditie en moderniteit is het overheersende thema in de roman die ik nu aan het lezen ben, Doekoen van Madelon Székely-Lulofs. Ik leef mee met hoofdpersoon Marian, een jonge vrouw uit een Nederlandse provincieplaats. Zij voelt de dreiging van de ‘tweeledigheid’ van het leven op een ontginning in Sumatra, ik voel de benauwdheid van haar bestaan. Wordt vervolgd.

 

tentoonstelling over de bestrijding van de pest

  1. Ik ben Doekoen ook nu aan het lezen en ik had de uitgave van KIT al gezien in je stapel leesvoer voor thuis tijdens de Corona crisis: Ik ben benieuwd wat je van het boek vindt, dat na de onafhankelijkheid geschreven is; de schrijfster heeft ook voor de oorlog geschreven over Nederlands Indie: Boeiende vergelijking!

    24 april 2020 09:14 Hector Timmers