Ik zit in de montage voor het tweeluik dat half februari wordt uitgezonden onder de titel De Indische Rekening. De afgelopen weken heb ik alles teruggezien wat we gefilmd hebben. Daarbij zit een scène die blijft hangen: het deel van het gesprek met Anis de Fretes over de stateloosheid van de Molukkers in Nederland. Het gegeven vond ik bij voorbaat bizar. Hoe kan je hier geboren en getogen zijn, zoals Anis, maar niet in aanmerking komen voor een Nederlands paspoort?
We voeren het gesprek op de plek waar hij in de jaren zeventig woonde, de studentenflats van Uilenstede bij Amsterdam. Anis vertelt over de dag dat twee agenten aan zijn deur verschijnen: ‘Uw verblijfsvergunning is verlopen, u moet het land uit.’ Daar sta je dan, geboren bij het Drentse Westerbork. Anis is eigenlijk vooral kwaad over de onwetendheid van die agenten. Als ze zich hadden verdiept in de status van Molukkers, dan hadden ze zichzelf werk en hem ergernis kunnen besparen.
aankomst Kota Inten, 22 maart 1951
De ouders van Anis horen bij de groep van 12.500 Molukse KNIL-soldaten en hun gezinnen die voorjaar 1951 in Nederland arriveren. Ze zijn geen Nederlandse staatsburgers, in tegenstelling tot de Indo’s die in de jaren daarvoor hier naar toe komen. Die hebben in de koloniale tijd recht op een Nederlands paspoort. Molukkers zijn, net als 70 miljoen andere Indonesiërs, ‘onderdanen’. Dat zij in dienst waren van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, hun leven in de waagschaal stelden voor de koloniale zaak, dat telt voor de Nederlandse overheid niet meer. Ze worden bij aankomst hier allemaal uit de dienst ontslagen.
demonstratieve optocht 3 mei 1951
Er is in de jaren vijftig veel geharrewar over de status van de Molukse ex-militairen. Ze zijn hier voor 6 maanden, o nee, dat wordt almaar langer. Ze zijn Indonesiër, of nee toch niet, dat willen ze niet. Ze zijn officieel vluchteling, o nee, ook niet, want dan gaan de Verenigde Naties zich ermee bemoeien (lees hier meer). Uiteindelijk krijgt wie wil en het nodig heeft een vreemdelingenpaspoort, een boekje met een roze in plaats van het toen gebruikelijke zwarte omslag. Zoals dat reguliere paspoort bij een parlementaire enquête betiteld werd als ‘het zwarte vod’, zo was dit ‘het roze vod’. Met op pagina 5 speciaal voor Molukkers de tekst: ‘Wordt als Nederlander behandeld’.
Het gesprek krijgt een onverwachte wending als Anis vertelt dat sommige Molukkers geen Nederlands paspoort willen hebben. Zij staan achter een onafhankelijke Zuid-Molukse Republiek, de RMS ofwel de Republik Maluku Selatan. Dat gaat boven alles. Zowel Hans als ik zijn verrast, wij gaan er automatisch van uit dat een Nederlands paspoort een begerenswaardig bezit is. Daar kan je dus anders tegenaan kijken. Fascinerend vind ik dat altijd weer, als je eigen ideeën op z’n kop worden gezet.
Het Parool 10 mei 1951
Hoezo verdiepen in de status van Molukkers?
In het voorjaar van 1951 arriveren 12.500 Molukse KNIL-soldaten en hun gezinnen in Nederland. Zij zijn voor de Nederlandse wet vreemdelingen, ze hebben juridisch gezien de Indonesische nationaliteit, zie bepalingen bij de soevereiniteitsoverdracht .
Wordt bij binnenkomst naar hun (Indonesisch) paspoort of ander reisdocument gevraagd? Natuurlijk niet, anders zou er muiterij uitbreken. Tevens zou er een gigantisch internationaal schandaal ontstaan met bijbehorend gezichtsverlies. . Met deze voorkennis geven de Nederlandse autoriteiten de Molukkers vrije toegang. Jaren later worden Molukkers alsnog de rekening gepresenteerd. De enige uitweg is naturalisatie voor KNIL-militairen die voor Koningin en Vaderland vochten. Alsof hun neus bloedde zeiden de autoriteiten dat zo de regeltjes waren en toegepast moesten worden, we leven tenslotte in een rechtsstaat.
Midden de jaren 50 besluiten mijn ouders naar Nederland te migreren. Mijn vader afkomstig uit een familie die generaties lang Nederlander is , moet bij de Nederlandse vertegenwoordiging in Indonesië voor toelating tot Nederland bewijzen dat zijn zoon de Nederlandse nationaliteit bezit. Ondanks tegenwerking van de Nederlandse autoriteiten kan hij met documenten gecertificeerd door de Indonesische autoriteiten bewijzen dat ik ook Nederlander ben. In 1955 komen wij als Repatrianten in Nederland aan.
Als Hans en Gerda zich hadden verdiept in de status van Molukkers, dan waren ze zelf niet zo verrast geweest. Fascinerend.
Sam Pormes, zelf van Molukse afkomst en oud-Kamerlid voor Groen Links, geeft in een uitzending met de sprekende titel "mentale dekolonisatie Nederland en Indonesië" een iets andere kijk op de Molukse geschiedenis. Ik vind zijn perspectief heel verhelderend en verfrissend.
https://dezwijger.nl/programma/mentale-dekolonisatie-voormalig-nederlands-indie
Het Moluks probleem had te maken met hun Rechtspositie in Nederlands-Indie. Molukkers waren toen voor de wet Inlanders, zie art 109 R.R. en later art 163 I.S. Aangezien vele Molukkers Christenen waren konden zij "gelijk gesteld" worden aan Europeanen. De regels voor de Europeanen waren dan van toepassing op hen (Toepassingsbesluit), ze werden ook wel Staatsblad-Europeanen genoemd. Toen zij in Nederland aankwamen, werden ze weliswaar behandeld als Nederlanders. Maar ze waren anders en nog steeds minder, want ze hadden de Nederlandse nationaliteit niet. Ze waren voor de wet gewoon vreemdelingen en konden alleen maar door Naturalisatie het Nederlanderschap verkrijgen.
Dat gold niet alleen voor Molukkers maar ook voor Indo-Europeanen die in Nederlands-Indie Gelijk Gesteld waren en als Repatriant in Nederland aankwamen. . Het meest tot de verbeelding sprekend voorbeeld is de hooggeachte Heer Bo Keller, aan wie in januari 2021, vlak voor zijn dood, een topic op dit blog is gewijd. In een aangrijpend video te zien op Youtube vertelt hij zijn vernederende ervaringen als Vreemdeling in Nederland. Kunt U zich dat voorstellen, Bo Keller , een man met een CV van hier tot ginder, Nederlandser dan de doorsnee Nederlander? Een behandeling gespeend van elke medemenselijkheid en barmhartigheid. Dan mag best van een zeer kille ontvangst worden gesproken.
Belangrijk is de rol die de Molukkers vervulden tijdens de Bersiap: zij waren buiten de kampen gebleven en trokken opnieuw hun militaire pak aan, namen wapens in beslag van de Japanners (die net gecapituleerd waren) en VERDEDIGDEN EN BESCHERMDEN de vrouwenkampen tegen Indon.pemoeda's
Aan deze Molukkers heb ik mijn leven te danken!!
Een van de meest tragische gevolgen van het hele (de)kolonisatieproces.
Onbegrijpelijk hoe de Nederlandse overheid deze groep valse beloften heeft gedaan, hoe ze zijn behandeld en uitgekotst. Niet onbegrijpelijk dat er protesten waren en zijn en het tot radicalisering en uiteindelijke de Molukse akties van de jaren zeventig heeft geleid. Ze hebben binnen het KNIL altijd de naam gehad de meest trouwe en beranievolle soldaten te zijn geweest.
Ze waren goed als kannonenvoer in de frontlinies van de koloniale imperialistische oorlogen en werden vervolgens afgedankt.