Slagwerk met een melodie

26 september 2021

Afgelopen vrijdag: geritsel in het oerwoud, marcherende voeten, scanderende stemmen. Het klinkt allemaal, in het muziektheaterstuk Ritual Bells, Global Gongs. Een uur lang beleef ik de geschiedenis van Indonesië. Letterlijk - met klanken, bewegingen en geur. Het is voor mij altijd interessant om de geschiedenis verwerkt te zien op een andere manier dan ik zelf doe. Woorden zijn er overigens wel, een libretto gebaseerd op historische teksten en begrippen. Prachtig gezongen door een sopraan, een bariton en een 15-koppig koor.

Ritual Bells, Global Gongs is het geesteskind van componist Sinta Wullur. Ze is geboren in Bandung, maar woont vanaf haar 10de in Nederland. Pas op het conservatorium hier krijgt ze belangstelling voor de Indonesische gamelan, het ‘melodieuze slagwerk’ zoals ze het zelf omschrijft. In 1993 zet ze een eerste stap om in Indonesië gongs te smeden afgestemd op de westerse toonschaal. Dat ligt voor een westers publiek makkelijker in het gehoor dan de traditionele Indonesische gamelan. De gongs van Wullur zijn zo ook goed te combineren met instrumenten als viool en saxofoon. Ze maakt veel composities waarin ze oost en west laat samengaan. Hier te zien en te beluisteren.

gamelan in de kraton in Yogyakarta, 1885

Ritual Bells, Global gongs had op 17 augustus 2020 in première moeten gaan, de dag van 75 jaar Indonesische onafhankelijkheid. Maar ja, corona. Het verhaal staat ruim een jaar later nog recht overeind, al was het maar vanwege de slotzin: ‘Niet vergeten is het minste dat wij kunnen doen’. De teksten nemen de toeschouwer mee vanaf de VOC- tijd, met regels uit een lied uit 1670: ‘Er is een luilekkerland, dat zal men in Oost-Indiën vinden’. Er is een prachtig gedicht over de nootmuskaat (‘…voor menig Zeeuws en Amsterdams vermogen’), er is een vers van drs. P., ‘De nagloed van de zon’. De Max Havelaar komt voorbij, het geweld in Atjeh, Rubber, De Stille Kracht. Bij de opkomst van het nationalisme declameren de koorleden de eed die Indonesische jongeren voor het eerst aflegden op hun congres in 1928, over één land, één volk, één taal. Ik schreef eerder over die bijeenkomst (zie hier) en het is even alsof ik er nu echt bij ben.

Hartverscheurend is het als sopraan Bernadeta Astari zingt over de Japanse bezetting. Over de honger, de schaamte. Het libretto is van Mirthe Frese. ‘Ik ben geen historicus’ zegt ze bij de bijeenkomst voorafgaand aan de uitvoering. Maar wat mij betreft weet ze de geschiedenis prachtig te vangen in haar eigen teksten en de goed gekozen citaten. Meerstemmigheid is haar uitgangspunt en dat geldt ook voor Sinta Wullur in haar muzikale composities. Oost en West, Indonesië en Nederland. Bij dit optreden is ook de tweede man van de Indonesische ambassade, Freddy Panggabean, met enkele collega’s aanwezig. Teken van een gezamenlijk verleden dat inspireert.

  1. Een interessant bericht over de menging van westerse en oosterse muziek. In Jan Brokkens boek "De tuinen van Buitenzorg" las ik ook wat invloeden van gamelan muziek op klassieke muziek b.v. de Java Suite van Leopold Godowsky. ( zelf nog nooit gehoord, ik ben zelf niet zo'n erge liefhebber van klassieke muziek, wel erg geïnteresserd in de menging van westerse en oosterse - Indonesische - cultuur. Ben zelf een indo, over menging gesproken. )

    28 september 2021 12:46 Ben Vonk