De titel van dit blog komt van een appje van collega Olaf Oudheusden. Hij zet het onder de foto die hij maakt tijdens het filmen onlangs bij het jachthuis Sint Hubertus op de Hoge Veluwe. Het is een stralende herfstdag en een mooier décor kan ik me niet wensen voor de verbeelding van de pleitrede van Soekarno voor de rechtbank van Bandoeng in 1930.
De pleitrede wordt al snel in Nederland uitgegeven, onder de titel Indonesië klaagt aan! Een passende titel, want Soekarno staat wel terecht op verdenking van ‘deelname aan een staatsgevaarlijke vereniging’ (de Partai Nasional Indonesia), maar ziet zichzelf niet als beklaagde. Integendeel, hij is degene die het Nederlandse koloniale regime aanklaagt. Er is later discussie ontstaan over de taal waarin Soekarno zijn pleitrede hield. Hij beheerste het Nederlands perfect, maar de meeste deskundigen houden het op Maleis. Dus kies ik passages uit Indonesia Menggugat.
‘Indonesia akan bebas’ (Indonesië zal vrij zijn). Zo begint Jeffry Pondaag de voordracht, staand op het bordes van het jachthuis, met Hans als toehoorder. Pondaag is Indonesiër en al jaren luis in de pels van de Nederlandse overheid – net als Soekarno destijds. Hij heeft samen met advocaat Liesbeth Zegveld vele rechtszaken aangespannen om oorlogsmisdaden erkend te krijgen die in Indonesië zijn begaan door Nederlandse militairen in de periode 1945-1949. Met succes. Er zijn schadevergoedingen toegekend aan onder meer weduwen in het dorp Rawagedeh. Ik schreef er eerder over. Pondaag bewondert Soekarno, voor hem is hij een vader des vaderlands. Bij speciale gelegenheden trekt hij zijn Soekarno-kostuum aan.
De keuze voor het jachthuis als locatie is een knipoog naar de geschiedenis. Het verhaal wil dat Soekarno als president dolgraag op staatsbezoek naar Nederland had willen komen. Dat is nooit gebeurd. Maar stel nou dat… Het jachthuis zou een mooi onderkomen zijn geweest. Die functie heeft het, zo leer ik bij mijn eerdere bezoek. Maar de Nederlandse regering durft het niet aan, de stap om van een vijand een vriend te maken is te groot. Het overlijden van Soekarno in 1970 maakt een eind aan dilemma’s. Koningin Juliana gaat in augustus 1971 op staatsbezoek bij president Soeharto. Twee maanden later heet ze die andere vijand, de Japanse keizer Hirohito, van harte welkom in Nederland.
Indonesië klaagt aan! is een uitvoerig pleidooi, Soekarno is twee dagen aan het woord in de rechtbank. Hij klaagt de koloniale staat aan, het ‘kapitalistische imperialisme’ dat daaraan ten grondslag ligt, en veroordeelt en passant de expansiedrang van het Japanse keizerrijk. Hij strooit kwistig met citaten. Van Europese politici als Jean Jaurès en Karl Kautsky, van Nederlandse experts als Snouck Hurgronje en Colijn. In de stortvloed aan woorden is het voor mij zoeken naar fragmenten die ook nu nog aanspreken. Ze zijn er wel. Zoals deze: ‘Als ooit op een dag door uw daden de geest van de revolutie tot amok leidt, als op een dag een revolutie ontstaat door uw hebzucht, dan kunnen geen duizend Indonesische nationalistische partijen dat voorkomen.’
De waarschuwing is aan dovemansoren gericht. Soekarno wordt veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. De revolutie laat in 1930 nog even op zich wachten. Maar hij komt wel, in het late najaar van 1945. En leidt tot amok, in de periode die in Nederland bekend staat als de bersiap. Soekarno blijft in de ogen van koloniaal Nederland de aanstichter van al het geweld. Op de Indonesische lagere school leert Jeffry Pondaag daarentegen dat Soekarno een held is. Al kantelt dat beeld later. In 2001 maakte ik er een aflevering van Andere Tijden over, toen in Indonesië de vertaling uitkwam van de uitvoerige biografie over Soekarno van de Nederlandse historicus Lambert Giebels. Nog steeds heel lezenswaardig.
wat een buitengewoon indrukwekkende aflevering
dit keer van de nieuwsbrief.
Ik blijf met grote belangstelling de verdere uitwerking
en t.z.t. de documentaire volgen.
j.bragt indie veteraan